Ghom, een stad van een half miljoen mensen, ligt tien zuiden van Teheran, door de weg naar de Markazi (Centraal) provincie. De stad van de RUG-industrie werd pas ontwikkeld na 1930, maar heeft een goede reputatie. Omdat er geen traditie van precedent is om van te maken, krijgen de wevers hun beperkte uit verschillende bronnen, vanwaar ze over te dragen en te combineren. Sommige patronen zijn volledig schijnbaar en het is niet ongewoon om kopien van Joshqan of Sirjan tapijten gemaakt in Ghom zien, maar ze veel fijner dan de originelen en maakte met een zijden stapel. Daarnaast zijn verschillende varianten van medaillons en uniforme patronen gemaakt. De heipaal is beide zijde met zijden schering en inslag, of wol of wol gemengd met zijde, met een katoenen onderlaag. De knopen zijn meestal prima. Een brede waaier van kleuren wordt gebruikt, soms in combinaties die vreemde westerselingen verschijnen. Een krachtige roze en groen is een bijzonder kenmerk van de zijden tapijten.